nielsh.reismee.nl

Pa & Ma op Visite Week 2

De tweede week is aangebroken. De eerste week was erg snel voorbij gegaan. Er was nog zo veel waar ik mijn ouders naar toe wilde brengen; te beginnen bij Vancouver Island. Vancouver Island is een eiland dat voor de kust van Vancouver ligt. Je moet dus met de veerboot over. Even voor jullie beeldvorming dit eiland is 3 keer zo groot als Nederland. Ik wilde naar Tofino en Victoria. Deze plaatsen liggen op 2 uur van Nanaimo; de plaats waar de veerboot aankomt. Om te voorkomen dat we alleen maar in de auto zouden zitten, had ik een hotel gereserveerd voor twee nachten in Port Alberni. Dat ligt in het midden van het eiland.

Maandag moesten we dus relatief vroeg opstaan omdat ik de boot van 12:30 wilde halen. Daarbij moesten Pa en ik extra vroeg opstaan voor de verassing. Zeker in Abbotsford kom niet weg zonder de auto. Omdat ik niets wist voor de verjaardagen, vader- en moederdag, had ik bedacht een auto te huren voor ze voor de tweede week. Nu ken ik mijn vader wel en die wil alleen maar Mazda rijden. Wie ben ik dan om niet aan die eis te voldoen Gelukkig had het verhuurbedrijf ereen apart kunnen houden en hadden we een mooie Mazda 3 tot onze beschikking.

Pa had deze al zien staan en zag het wel zitten om in die Mazda te sturen. Na het papierwerk ben ik naar Kate’s zus haar werk gereden (praktisch aan de overkant) om haar auto weer te ruilen voor mijn pick-up. Ik had haar auto immers niet meer nodig. Kate moest later die week nog wel werken, maar die kan niet rijden met een handschakelbak. Zij heeft gelukkig wel vrij kunnen krijgen om mee te gaan naar Vancouver Island.

Eenmaal thuis hebben we snel de spullen gepakt en zijn we naar de Ferry Terminal vertrokken in Horshoe Bay. Dit ligt net iets verder dan Vancouver. Ik heb in de Mazda gereden omdat we een beetje krap in de tijd zaten en ik wist precies waar we moesten zijn. Bij het boeken van het hotel had ik nog gevraagd of ik moest reserveren voor de boot. Daar werd mij verteld dat maandagen altijd rustig zijn en dat hoefde dus niet. FOUT!!! We waren wel op tijd, maar we konden mooi achteraan sluiten. Ik ben de auto uit gegaan en zag halverwege de rij auto’s pionnen staan en toen wist ik genoeg. We moesten mooi wachten tot de volgende boot; die van 3 uur.

Op zich was maakte het niet veel uit voor mijn plannen. Ik wilde picknicken in een park langs op weg naar Port Alberni. Dit ging dus niet door. Toen de boot van 12:30 vol was, en we nu vooraan in de rij stonden, was er gelegenheid om even rond te kijken in Horseshoe Bay. We hebben daar wat drinken gekocht en hebben op een bankje onze picknick opgegeten. Het bankje gaf uitzicht op de baai waar meerdere veerboten vertrekken. Het zonnetje scheen dus zo slecht was dit helemaal niet.

Om 14:30 moesten we weer terug zijn bij de auto. Vanaf dat moment heb ik het stuur aan Pa gegeven. Ik had de auto immers voor hun gehuurd. Op de boot hebben we lekker uitkunnen waaien. Ondanks het windje fris was, maakte de zon veel goed. De toch duurde 1 uur en 40 minuten. Eenmaal uit de boot kwam je meteen in de file omdat iedereen uit de boot wil.

Je gaat eerst over highway 19 naar het noorden. Vervolgens gaan je via Highway 4 naar het westen. Deze route is al een attractie op zich. Hoe verder je naar het westen gaat, des te meer gaat de weg slingeren en hoe smaller die wordt. Dan heb ik het nog niet eens over het natuurschoon. Onderweg zijn we nog wel gestopt op de plek waar ik wilde picknicken. Pa en Ma waren erg onder de indruk van de schoonheid van deze plaats.

Rond zessen kwamen we aan bij het Hotel in Port Alberni. Na het inchecken, zijn Kate en ik op zoek gegaan naar een drogist omdat Kate thuis make-up was vergeten. Tevens hebben we gekeken of we een restaurant zagen waar we eventueel konden eten. Beide hebben we niet in de buurt van het Hotel kunnen vinden. Persoonlijk vind ik Port Alberni een mooi voorbeeld van een plaats waar de sfeer totaal is verdwenen vanwege de “Malls” buiten het centrum.

We hebben dus maar in het Hotel gegeten, wat zeker niet slecht was. Daarna hebben de auto gepakt en zijn dus naar de rand van Port Alberni gereden waar alle grote winkelketens zijn. Daar hebben we meteen boodschappen bij de Walmart gedaan zodat we drinken en ontbijt hadden in de kamer. Daarna zijn we ook nog naar het centrum van Port Alberni gereden. Daar was alles gesloten en het deed gewoon aan als een spookstad. De laatste boodschap was de slijter naast het hotel. Pa moet natuurlijk zijn slaapmutsje anders kan hij niet slapen. De oudere dame die ons daar hielp was vast blij dat er klanten waren, want we kregen een heel verhaal voor onze kiezen. Omdat ze ons wel aardig vond kreeg Pa, die er helemaal niet bij was, nog een pet waar ik later die week nog best plezier van heb gehad.

De dag zat er op en het werd bedtijd. Het is volgens mij de eerste keer dat ik op dezelfde kamer heb geslapen als mijn ouders. Het was een mooie prijs vanwege de korting die Ma kreeg tijdens het boeken. Pa en Ma lagen best snel op bed. Kate en Ik hebben eerst nog een film (Matrix) gekeken. We hoefde immers niet vroeg op.

Dinsdag; de volgende ochtend zijn we op ons gemakje naar Ucluelet en Tofino gereden. Nogmaals deze route is geweldig. Onderweg hebben we zelfs nog een beer gezien, behalva Pa want die lette op de weg; ook belangrijk. Om in Tofino te komen moet door het Pacific Rim National Park. Wil je hier stoppen, dan moet je een kaartje hebben. Na deze gekocht te hebben zien we echter eerst naar Ucluelet gereden. Hier hebben we boodschappen gedaan voor de Picknick op het strand.

Het Pacific Rim National Park is een schiereiland dat ligt in de Grote Oceaan. Jazeker Ik wilde Pa en Ma de Oceaan laten zien en dat is bij deze gelukt. Naast bos is er een lang strand; te weten Long Beach. Op het strand hebben we dus gepicknickt. Voor Kate echter was dit een groot Fiasco. We zijn gaan zitten op een stuk hout dat onder de vliegjes zat. Toen die vliegjes Kate doorhadden, gingen ze niet meer van haar weg. Wat ze ook deed de vliegjes bleven bij haar komen. Ze werd er gek van en is uiteindelijk terug naar de auto gegaan. Jammer want ik had ook deze picknick anders voor ogen.

Ik was achter Kate aangegaan en toen ik terug wilde gaan naar Pa en Ma waren die ook weer weg. Die waren ook weer terug bij de auto. Na deze ietwat vreemde picknick zijn we naar Tofino gereden. Dit is echt een toeristendorpje. Hier komen veel surfers omdat de dit gebied een van de beste surf gebieden is. Hier hebben we lekker rondgekeken en een ijsje gegeten. Toen zijn we nog even terug in het park gegaan. Hier was een uitkijk, waardoor je goed kon zien hoe mooi het hier is.

Vervolgens zijn we terug gereden naar Tofino om wat te eten. We kwamen uiteindelijk in een relatief chique resturant terecht. Ma bestelde verse krab. Dat is best een werk omdat op te eten. De dag in Tofino liep op zijn einde. We toen op ons gemak terug gereden naar het hotel. Dit keer zijn we vroeg naar bed gegaan omdat we de volgende dag een lange rit naar Victoria voor onze kiezen hadden.

Woensdag; op naar Victoria, de hoofdstad van British Columbia. De rit was echter korter dan ik had verwacht. Ik had uitgezocht op internet dat dit ruim 5 uur zou duren om van Port Alberni naar Victoria te komen. Achteraf bleek dit maar 3 uur. Misschien komt dit ook omdat Pa al aardig begon te wennen aan de Canadese rijstijl. Uit onderzoek blijkt dat 80% van de Canadezen minstens 10 kilometer per uur de hard rijdt. Dit kwam alleen maar goed uit. Konden we lunchen bij een zaak waar ik twee jaar geleden ook had gegeten en zeker de moeite waard was om terug te komen. Daar was niets verandert.

We stonden bij een parkeermeter en we hadden nog even tijd om even rond te wandelen. Daarna zijn we naar het Royal British Columbian Museum geweest. Het kan natuurlijk nooit kwaad om meer te weten te komen over de geschiedenis van deze Provincie. Het leuke aan dit museum is dat je door, voor Canada, belangrijke elementen van de geschiedenis loopt. Er is zelfs een schuur nagebouwd van 1 van Kate’s overovergrootvader. Daarnaast was er een tijdelijke tentoonstelling over oorlogsbruiden en over 150 jaar British Columbia.

Helaas hadden we net niet genoeg tijd om alles te zien. Het museum sloot om 5 uur. We zijn toen naar het centrum gegaan van Victoria om wat te shoppen. Kate had al een stropdas gekocht voor Pa, maar nog niets voor Ma. Ma had te kennen gegeven dat ze Jade er mooi vindt. Dit is een groene natuursteen die hier veel voorkomt. De souvenierswinkels liggen hier vol van. Met een smoes wist Kate erachter te komen wat Ma mooi vond en dat heeft ze gekocht voor haar toen zij verder was gaan winkelen.

Toen we elkaar weer hadden gevonden zijn we een winkelcentrum ingegaan. Het handige aan een winkelcentrum is dat ze een “Food Court” hebben. Alle eettentje zijn geconcentreerd in een bepaald gebied in het winkelcentrum en zitten dus niet tussen de andere winkels in. Food Courts zijn allemaal Fast Food, maar voor ieder wat wils. Kate had een Taco, Pa en Ik een Grieks Pita broodje en Ma pasta met pesto. Er is sushi, wokken, friet en natuurlijk ook Hamburgers. Dit Foodcourt kwam goed uit want we hadden geen tijd meer om te wachten op ons eten bij een restaurant. De parkeermeter wordt niet automatisch bijgevuld en bovendien, konden we de boot niet missen omdat het de laatste was.

Achter bleken we nog voldoende tijd te hebben om nog een stop te doen in Sidney. (Ja ook hier is een Sidney). Even lekker langs het water lopen alvorens naar de Ferry terminal te gaan. Dit keer dacht ik slim te zijn en een plek op de boot te reserveren. Op de terminal bleek dit achteraf niet nodig. De boot heeft drie dekken waar auto’s kunnen staan. Er werd maar 1 dek gebruikt. De overtocht was erg relaxt Kate en Ik hebben best lang voorop de boot gestaan en genoten van de schemer.Weer terug op het vaste land was het al donker geworden. Tegen twaalven waren we thuis.

Dan is het alweer donderdag. Kate moest weer werken. De weerberichten waren dat het vandaag nog bewolkt zou zijn, maar de rest van de week zonnig en warm. Ik had besloten om deze dag maar weer eens naar een Mall te gaan. Dit keer naar Metrotown. Ik heb dit vaak genoemd op mijn blogs dus ik wilde dus eigenlijk wel dat Pa en Ma dit zouden zien, ondanks dat alle Malls op elkaar lijken. Metrotown is ruim 30 minuten rijden. Dus konden we eerst nog bijkomen van de reis naar Vancouver Island.

Ma wilde nog souveniers kopen voor Rick. Ma was al de hele tijd op zoek naar een “ochtend” broek voor Rick. Uiteindelijk heeft ze de hoop opgegeven en een korte broek gekocht voor hem. Daarbij weet ik dat ik Pa graag in Supermarkten mag kijken. Ik heb hem naar een T&T supermarkt genomen zonder hem hier iets over te vertellen. T&T is een complete supermarkt gericht op Aziaten. Je vindt hier dus dingen die in Nederland moeilijk te verkrijgen zijn en hier gewoon in de schappen liggen. Oh jullie willen een voorbeeld. Wat dacht je van een pond eendentongen. Tja die aziaten eten alles. Daarbij dient de supermarkt als afhaalchinees. Ik heb Pa zelden zo verbaasd door een supermarkt zien lopen.

Na al dat aziatisch eten had ik weer zin in Sushi. Nu had mijn baas van twee jaar geleden Kate en mij naar een Sushi restaurant genomen tegenover Metrotown. (zie een van de vorige blogs). Dat was dus weer smullen. Een schotel vol rauwe vis (shasimi) en voor elk nog een sushi rol. Dat noem ik nog eens een lunch. Na nog even geshopt te hebben en een cadeau te hebben gekocht voor Kate (knoflookpot) werd het weer tijd om naar huis te gaan.

Als avondeten had ik ook weer vis bedacht. Dit keer op de wijze van de bevolking hier in onze wijk. Ik weet niet of ik dat al in eerdere blogs had verteld maar hier wonen voornamelijk Indianen en Pakistanen. Geen kwaad woord over ze, laat dat duidelijk zijn. Als je soms echter de wijk inrijdt komt de curry geur je tegemoet. Ik had dus bedacht om een Curry met witte vis een Naanbrood te maken. Net zoals Nederland is Canada een smeltkroes van allerlei culturen. Dus ik vond dat ze zeker 1 keer een curry moesten hebben. Dat was dus bij deze gelukt.

Nu zijn alle dingen die wij doen niet gratis. Het kwam dus goed uit dat ik vandaag loondag was. Het probleem is alleen dat ik cheques krijg. Ik moest dus naar mijn werk om deze op te halen. Gelukkig zijn ze daar 24 uur per dag open. Ik zou dus in principe mijn cheque om 3 uur ‘s ochtends op kunnen halen. Na de curry zijn we naar mijn werk gereden.

Pa wilde graag mij om eens te zien waar ik werk. Bovendien was er nu de gelegenheid voor Pa om in mijn Pick-Up te rijden. Voordat we vertrokken heb ik eerst mijn versterker laten horen aan mijn Pa. Hij was onder de indruk, maar dat hoefde niet zo van hem. Met het volume op normaal zijn we dus naar mijn werk gegaan.

Pa wilde graag binnen kijken, maar ze zijn hier erg op veiligheid en we hadden geen veiligheids schoenen. Bovendien waren ze al klaar met picken voor de dag en werd er nu alleen ontvangen. Dat is verder niet echt interessant om te zien. Gelukkig hangen er in de gang een aantal foto’s zodat ik wel kon uitleggen wat ik precies doe hier.

Op de heenweg reed ik. Op de “terugweg” reed Pa. Terugweg staat tussen aanhalingstekens omdat we niet direct naar huis zijn gereden. We moesten nog even kaas halen want zonder kaas heeft Pa niet gegeten. Pa vond het volgens mij wel wijs om eens in een Pick-Up te hebben gereden. Hij zat erg relaxt achter het stuur.

Er zijn verschillende manieren om van mijn werk naar de supermarkt te rijden. Persoonlijk vind ik binnendoor het leukst en zo heb ik Pa ook gestuurd. Via deze weg kom je ook door het oude centrum. Normaal gesproken is hier niets te doen na 7 uur als al veel van de winkels zijn gesloten. Vandaag echter hadden we mazzel omdat er een oude stoomtrein een tour doet door British Columbia en vandaag in Abbotsford was. Om het verhaal nog beter te maken. Hij stond op het punt te vertrekken.

Nu hebben we al kunnen lezen dat Pa iets heeft met treinen. Dit was dus wel even het neusje van de zalm. We hebben snel een parkeerplek gezocht en gevonden en zijn naar de stoomlocomotief gelopen. Persoonlijk vond ik het ook indrukwekkend. Treinen zijn hier een slag groter dan in Nederland. Het is bijzonder om te zien hoeveel kracht er vrij komt als de trein in beweging komt.

Ik had gelukkig mijn camera bij me om foto’s te maken van Pa in mijn auto. Kate’s moeder had mij van de trein verteld omdat deze ook in Mission zou komen. Ik wist dus van de trein af, maar ik zag geen tijd om de trein de gaan bekijken. Dat we hem dan toch hebben gezien was dus echt een bonus. Toen de trein uit het zicht was verdwenen, zijn we via de supermarkt naar huis gereden. Je zou haast vergeten dat we nog kaas moesten halen.

De tijd gaat veel te snel. We zijn alweer aanbeland bij de vrijdag. De zon deed zeer van zich spreken en ik vond het tijd dat we naar een hoogte zouden gaan die we in Nederland niet kennen. Jawel ik heb ze naar een berg gebracht. Gelukkig heeft Vancouver drie bergen dus je hoeft niet eens ver te rijden. Van west naar oost zijn dit Cypress, Grouse en Seymour. Ik alle drie de bergen heb ik gesnowboard, maar in de zomer gaat dit wat lastig.

Grouse is het hele jaar open en daar heb ik ze naar toe genomen. Met de auto maak je al een aardige klim. Maar dan ben je er nog niet. Er zijn twee opties om boven te komen: lopen of met de gondel. Voor Pa was dit kiezen tussen twee kwaden. Ik heb hem echter sterk afgeraden om te gaan lopen. Een athleet doet er een half uur over, een normaal persoon een uur, laat staan iemand die last heeft van zijn been. Dus moest hij zich even over zijn hoogtevrees zetten.

Zichtbaar gespannen stapte hij in de gondel. Gedurende de rit zijn er twee standaarden waar de kabels op rusten. Daar slingerd de gondel wat en dat vond Pa allerminst prettig. Hij was blij dat we eindelijk boven waren. Daar boven op die berg....... HAHA op die berg is vanalles te doen, onder andere eten. We hebben pizzapunten gegeten met een uitzicht waar je u tegen zegt. Op het terras heb je uitzicht op het centrum van Vancouver alleen dan vanaf een hoogte van ruim 900. Pa was gewoon vergeten hoe hij hier was gekomen.

Na de hap op stap. Wat ik zelf ook niet wist, was dat ze hier begeleide tours gaven en zo kom je natuurlijk meer over de achtergrond van de berg te weten. Bij de beren haakte iedereen af en ging zijn eigen weg. De beren zijn twee wezen die op zijn gevangen toen zijn nog klein waren. Inmiddels zijn ze bijna volwassen. Het zijn twee mannetjes en op het moment dat wij er waren, waren zij lekker aan het ravotten. Even voor alle duidelijkheid ze zitten achter een hek.

Na de beren zijn we naar de houthakkersshow gewandeld. Was op zich best grappig en knap wat ze daar deden; figuurzagen met een cirkelzaak, darten met hakbijlen onder andere. Jammer dat de dronken toerist de show probeerde te stelen. Hij kwam veel te dicht bij om foto’s maken en daarbij ook nog eens plat op zijn plaat . De presentatrice moest gewoon ingrijpen om gevaarlijke situaties te voorkomen.We hebben niet de hele show gekeken en zijn verder gewandeld. In de vogelshow hadden we alle geen zin. De show met valken en uilen is niet zo heel bijzonder.

Jullie snappen ook wel dat je op de top van een berg geen ruimte hebt voor dit soort activiteiten. Voor de top van de berg moesten we nog een stuk verder klimmen. Pa bleef. Ma en ik hebben de klim gedaan. Ik schat een goede 50 tot 75 meter over een gravelpad en redelijk steil omhoog. Zo’n 10 minuten later waren we bij de top. Gelukkig was het erg helder en we konden zelfs de ferries zien die tussen Tsawassen en Victoria (Swartz Bay). Dat is zeker meer als 15 kilometer ver.

Naar boven betekent ook weer naar beneden. Dit was eigenlijk nog moeilijk dan het klimmen omdat het gravel gaat rollen onder je voeten. Zowel ma als ik zijn bijna op onze plaat gegaan. Beneden heb ik Pa zover kunnen krijgen om toch een stukje de berg op te lopen. Het chalet/restaurant ligt dusdanig dat je net niet alles kan zien. Halverwege kan je over het chalet heen kijken en dat vond Pa gelukkig toch wel de moeite waard.

Toen we weer met zijn drieen waren kon Ma het niet laten om even die de winkeltjes te kijken voor souveniers. Daar kwam je een hoedje tegen die Ma niet alleen moei vond, maar ook erg handig. Pa dacht dat Ma een geintje maakte, helaas voor Pa moest hij toch zijn portomonee trekken . Ook had Ma nog wat gevonden voor oma en Rick.

Na het shoppen hadden we de berg wel gezien. Ik wilde ze ook nog naar Deep Cove brengen. Dit ligt ook in North Vancouver. Deep Cove is een baai waar het heerlijk vertoeven is in de zomer. Veel mensen komen hier om aan de drukte te ontsnappen of om te varen in hun bootje. Er hang gewoon een relaxte sfeer. Omdat we de hele dag op de berg waren en vanalles hebben gezien was het hier wel even lekker. Er is daar namelijk verder weinig te doen danwel te zien.

Nadat we eindelijk een parkeerplek hadden gevonden (of beter gezegd gecreerd) zijn even langs het water gelopen. Daarna hebben we fish and chips gegeten op een terrasje. Jawel weer vis. Lekker makelijk en snel. Als toetje hadden een ijsje. Omdat Deep Cove zo klein is zijn we met ons ijsje weer naar het water gelopen. De dag liep op zijn einde en na het ijs zijn we weer naar huis gegaan. Op de terugweg hebben we zelfs nog in de file gestaan vanwege 2 ongevallen. We spreken na 9 uur s’avonds.

Over zaterdag kan ik kort zijn; autorijden. Ha geintje er zit wel een verhaaltje aan vast. Pa had voor zijn verjaardag een mooi boek gekregen over Canada. Hierin stond een route van Hope naar Kamloops. De weersberichten waren goed dus dacht ik dat dit een uitstekende dag was voor deze rit. Misschien was het weer wel iets te goed, maar daarover later meer. Ik was in ieder geval al lichtelijk verband op Grouse dus had ik de pet maar op gedaan die Pa had gekregen in Port Alberni.

De oplettende lezer heeft gezien dat de route begint vanaf Hope. Dit ligt op zo’n 85 kilometer van ons huis. Na nog een snelle boodschap he eft Pade Mazda de sporen gegeven. de route is vrij simpel. Volg de Highway 1 (ook wel bekend als de Trans Canada Highway) tot Kamloops. Nu zul je misschien denken een snelweg; dat is saai. Tot aan Hope is dat misschien ook wel zo. Vanaf Hope heb je echt niet meer het idee dat je op een snelweg rijdt. Vanaf hier wordt het een driebaansweg door de bergen.

In Hope zelf zijn we niet gestopt. De eerste stop was in Hell’s Gate. Dit is de smalste stuk van de rivier de Fraser. Hell’s Gate is beschreven door de ontdekkingsreiziger Simon Fraser in 1808 (vandaar de naam Fraser River). Later (1885) hadden de spoorwegen hier een kamp voor de aanleg van de spoorlijnen. Dit was best een werk omdat de spoorlijn om de helling van de bergen zijn gebouwd. Enfin, de plaats van het kamp is nu een toeristenplaats waar mensen het kolkende water van dichtbij kunnen zien.

Om dichtbij het water te komen, moesten we eerst met de “airtram” naar beneden. Je zag Pa denken: daar gaan we weer. Hij vond de Gondel al niets gister. Dit was het zelfde ideen alleen dan naar beneden.Tja hoogtevrees is lastig Eenmaal beneden is het best indrukwekkend om dat wilde water te zien. Er was een brug over de rivier. Pa durfde daar niet op omdat door de bodem van de brug heen kon kijken. Daarbij bewoog de brug ook.

Verder was er weinig te doen. Er stond daar een stoel die twee keer zo groot was al normaal. Ma dacht dat dit wel een fotomoment zou zijn en ging er op zitten. Het werd echter een film moment. Die stoel had de hele dag in de zon gestaan en het was korte broeken weer. Het gevolg laat zich raden. Ma brandde haar gat. Dit was wel even hilarisch Voordat we vertrokken heb ik Ma nog iets typisch Canadees laten proeven: Fudge. Dit laat zich het beste vergelijken met wat wij kennen als marsepijn. Het echter niet helemaal hetzelfde. Pa was blij dat hij weer boven was en uit de gondel. Op een of andere manieren vindt hij in de Mazda rijden veel leuker dan een gondel ritje.

Hoe verder we reden hoe meer we uit de bewoonde wereld kwamen. Het was rond tweeen toen we nabij Lytton waren. Een plaatsje waar we wilden gaan lunchen. Ik za tegen Pa neem de volgende links. Borden gaven aan bij de kruising waar hij af moest slaan. Maar wat deed deze goede man. Hij reed gewoon door. Het was aan het wachten totdat ik zei: “sla nu af.” Een Tomtom went snel he.

Het probleem is dat er maar 1 afslag is en keren is niet echt een optie. Dus waren we maar doorgereden hopend op iets waar je eten kon kopen. Maar in dit deel van Canada kan dit wel eens een uur verder zijn. Gelukkig kwamen we nog langs een winkel niet ver van waar we af moesten slaan. Eenmaal binnen leek het op het eerste gezicht een normale supermarkt. Toen we door de winkel liepen, kreeg ik echt het idee dat iemand de laatste dingen aan het verkopen was om vervolgens de hele toko te sluiten; erg leeg en ongeorganiseerd en geen personeel. Er was alleen een kassa bediende. Ze hadden bolletjes vlees en drinken dus ons hoor je niet klagen onder deze gegeven omstandigheid. Bovendien lopen ze niet helemaal achter. Ik kon er gewoon mijn boodschappen pinnen. Iets waar ik mijn twijfels over had toen het tot betalen aankwam.

We hebben het eten mij de auto ingenomen. Eten buiten de winkel was niet optie. De auto stond pal in de zon. Het was niet warm meer, maar gewoon heet. Het liep tegen de 40 graden . Ik heb mij nooit verdiept in dit deel van Canada. We reden door de Thompson Valley. Door de vallei valt er geen regen in de zomer en kan het soms warmer worden dan 40 graden. Het is net geen woestijn klimaat. Een mooie dag om in een zwarte auto te zitten .

Gelukkig voor ons zijn er langs de weg verschillende plarkjes waar je kan rusten. Bij de eerste zijn we meteen gestopt om te gaan picknicken. Het was als het ware een Oase. Sproeiers zorgen ervoor dat er bomen zijn en het gras mooi groen is. Er staan her en der Picknick bankjes. Kortom een uitgewezen plaats om te gaan picknicken. Niet dat het druk was, maar we waren zeker niet de enigste die van het park gebruik maakte. Vanaf het park heb je een mooi zicht op de Thompson rivier waar natuurlijk ook weer een spoorlijn langs loopt. Afgelopen week is op die plaats een trein ontspoort (vanwege een modderstroom) en zijn er giftigetank wagon in de rivier gevallen; dat even terzijde

Na de picknick zijn we verder naar het noorden gereden. De driebaansweg werd een tweebaans weg. Er was ook steeds minder verkeer op de weg. De mensen op de weg waren duidelijk vakantiegangers, te zien aan de bepakking en de fietsenrekken. Ik kan mij dus voorstellen dat op een normale dag buiten de vakantie hier helemaal weinig verkeer rijdt. De volgende stop was Cache Creek. Hier hebben getankt. Bij dit soort ritten moet je echt om je bezinemeter letten. De volgende pomp kan wel eens meer dan 150 kilometer verder zijn.

Dit soort plaatsen zijn niet interessant als er geen speciale dag is. In deze regio heb je hele grote ranches/ boederijen. Pa reed langs een weiland dat wel 4 kilometer langs was. Dan hebben we het niet eens over de breedte. Punt dat ik wilde maken, is dat er voor de mensen die hier wonen de winkels zijn voor hun levensbehoefte voorzien. Bovendien zijn deze steden niet ouder dan 200 jaar dus veel cultuur historische waarde hebben ze ook niet. Na het tanken zijn richting Kamloops gegaan.

Onderweg zijn we nog 1 keer gestopt bij een rustplaats. Dit keer was het uitzicht op Kamloops lake. Het grappige was dat er aan beide zijden van het meer een spoorlijn liep en op dat moment aan elke kant een trein reed. Omdat de rustplaats redelijk hoog gelegen was leken de treinen wel op speelgoed. Na de benen te hebben gestrekt zijn we weer in de auto gestapt. Voor het laatste stukje.

Nu ben ik zelf ook nooit in Kamloops geweest dus waar ik moest wezen, wist ik ook niet. Ik heb dus maar besloten om de borden van het VVV aan te houden. Die staan over het algemeen in het centrum. Deze echter niet. De dame van het VVV had een kaart en met stift liet zij zien waar we moesten wezen. Tegen vijven kwamen we in het centrum van Kamloops.

Na de auto te hebben geparkeerd zijn we op zoek gegaan naar een plaats om te drinken. We hadden allen een enorme dorst. Uiteindelijk zijn we een Subway ingegaan en hebben de grootste beker besteld en die gevuld bij zo’n cola automaat. Normaal gesproken heb ik aan de kleinste maat genoeg, maar deze dorst vroeg echt om deze emmer. Ik had deze ook binnen no time op.

Toen we onze dorst hadden gelest zijn we langs de hoofdstraat gelopen. De sfeer was wel een beetje weg nu de winkels waren gesloten. Bovendien was het te warm om buiten te zijn. De enigste mensen om straat waren de “Jehova’s” die net een congres achter de rug hadden. We zijn toen maar het park gegaan aan de Thompson river. Onderweg hebben we ook nog verkoeling gezocht in een supermarkt. Kon Pa meteen zien voor wat voor een supermarkt ik aan het orderpicken ben.

In het park was het best druk. Naast het park is er ook nog een strandje waar mensen kunnen zwemmen in de thompson rivier. Ondanks het erg verleidelijk was om in het water te duiken, was ik blij dat ik mijn zwembroek niet bij mij had. Ma en ik hadden even de voeten in het water gedompeld. Je voeten verkrampten gewoon zo koud dat water was. Ondertussen raakte Pa in gesprek met een van de mensen van het congres. Natuurlijk had deze ook weer een Hollandse achtergrond. Pa kon alleen niet verstaan waar zijn grootouders vandaan kwamen. Met mijn voeten weer op het droge wist ik te ontcijferen dat de goede man Geldermalsen bedoelde.

In het park was was ook een waterspeelplaats met van allerlei fontijnen en water kanonnen. Met die fontijnen konden Ma en ik mooi de voeten afspoelen. Het werd tijd om te gaan eten. We moesten ook nog terug. Dat was zeker nog 2 en een half uur. Bij het lopen over de hoofdstraat zag ik een eettentje met een zeevruchten burrito en verse guacamole (mexicaans). Dat zag ik wel zitten. Dus toen Pa en Ma vroegen waar ik zin in had, hoefde ik niet lang te na te denken. Achteraf bleek dit een zeer goede keus. Pa had iets met gegrilde knoflook en zelfs dat was lekker.

Maar goed dat ik mijn portomonee bij me had anders werd het afwassen voor ons. Pa had een akefietje met zijn creditcard, waardoor hij deze de rest van de vakantie niet meer kon gebruiken. Maar goed dat hij binnen 48 terug zou vliegen. Enfin we moesten nog terugrijden naar huis. Daarbij zijn we terug gereden over de Coquihalla highway (voor ons beter bekend als de kwakkelakka snelweg); een zesbaans tolweg. Dit bleek een goede manier om terug te rijden omdat geen rede is om te stoppen. Bovendien werd het donker.

Pa reed goed 120. Voor een takelwagen was dit niet snel genoeg. Maar ja zo’n zware jongen moet het toch afleggen op de helling. Totdat hij bij een gestrande camper kwam hebben we samen opgereden. Pa snapte er niets van. Maar goed de rit ging voorspoedig en we moesten alleen even stoppen om tol te betalen.

De tolambtenaar moet vast raar hebben gekeken toen Pa wegtrok. Ik had Pa uitgelegd hoe de semi-automaat werkte in de Mazda. Tot nu toe had hij alleen maar in de automaat gereden. Maar we hadden hem in de manuele stand staan en even vergeten dat hij daar in stond. Pa maakte dus veel toeren toen hij weer wegtrok. Eenmaal weer terug in de automaat liep alles weer als een zonnetje.Voor elven waren we weer thuis. Dat weet ik omdat we geen bier meer hadden. Gelukkig voor hem is onze slijter tot 11 s’avonds open. Dat was me het autoritje wel.

Dan is het alweer zondag en de laatste dag voor mijn ouders om wat te doen. Ik had gehoopt op goed weer en gelukkig was dat het ook. Ik wilde ze graag naar Granville island laten zien en naar Jericho Beach gaan. Met de auto ben ik weer naar een skytrain station gaan. Vervolgens heeft Ma voorin de skytrain kunnen zitten alsof zij de machinist was. Onze halte was bij Science World

Granville island ligt midden in centrum in het water. Je kan er met de auto/bus komen, maar met de boot is leuker. Ik heb Pa niet gespaard de laatste dagen met de gondels in Grouse en Hell’s Gate. Nu had ik een pontje in petto dat niet veel meer is dan een overdekte sloep. Met andere woorden dat bootje was best gevoelig voor golven. Tja Pa als je maar Canada komt moet je dingen doen die je eigenlijk niet druft. In False Creek zijn we op het bootje gestapt naar Granville island. Pa met frisse tegenzin natuurlijk

Granville Island is een overdekte markt waar altijd wel wat te doen is. Dit keer was er ook weer een straatartiest. Deze man was hoogst hilarsich, zelfs voor Pa. Hij deed veel met gebaren en heeft een flink aantal mensen voor aap laten staan. Zijn finale was op een eenwieler van wel 3 meter hoog. Na dit kostelijke amusement hebben we lekker over de markt gestruind, en hoe kan het ook anders, een lekker ijsje gegeten.

Kate kon er helaas niet bij zijn, maar ze wilde Pa en Ma nog wel naar een restaurant brengen waar wij ook hadden gegeten op onze eerste date in een restaurant. Kate zou bellen zodra ze klaar was met werk. Na dit telefoontje hebben Pa, Ma en ik nog wat gedronken aan de jachthaven op Granville island. Het zou immers toch nog ruim een uur duren voordat Kate in Vancouver zou komen.

Na het drankje zijn langs het water gelopen tot aan Vanier Park. Toen zijn we naar Broadway gelopen. De bussen routes zijn hier een beetje raar en ik wist dus niet precies welke bus ik moest nemen naar Broadway, waar het restaurant is. We zijn dus naar broadway gelopen. Dit was 8 blokken omhoog. Als ik dit had geweten had ik dit Pa niet aangedaan. Eenmaal op Broadway aangekomen hebben de bus gepakt naar het restaurant. Daar hebben we gewacht op Kate.

Toen zij er eenmaal was, kon het carnivorenfestival beginnen. Dit is echt zo’n restaurantje dat je moet weten te zitten. Het heet Memphis Blues. Er wordt dus blues muziek gedraaid en er wordt alleen vlees geserveerd. We hadden een schaal met vlees besteld, dat eigenlijk voor twee personen was. De schaal was gevuld met een halve kip, draaitjesvlees, ribs een rookworst, nog twee andere stukken vlees en de salade met friet niet te vergeten. Kate had haar favoriete bol met vlees. We konden het maar net op en een doggie bag was dus niet nodig.

Ik wilde de vakantie voor Pa en Ma afsluiten aan het strand van Jericho Beach. Met de auto waarschijnlijk maar een kwartiertje, met de bus toch 3 keer zo lang. Dit kwam onder andere doordat we twee keer moesten overstappen. Eenmaal daar hebben we op een boomstam op het strand gezeten kijkend daar de roze hemel. De zon was net achter een berg verdwenen. Dit was even een mooi moment om alles even te laten bezinken alvorens terug te komen tot de realiteit

Echt lang hebben we niet op het strand gezeten. De hele dag was het warm geweest, maar met de zon onder begon het toch wat frisjes te worden. Terug hadden we mazzel de bus kwam er net aan en die ging rechtstreeks naar een skytrain station. Dat kwam mooi uit want wij moesten met de skytrain naar de auto gaan. Kate had de auto ergens anders staan dan wij en zij moest een paar haltes later eruit dan wij. 10 minuten later dan ons was ze ook weer thuis. Na nog een drankje te hebben gedronken werd het tijd voor de laatste nacht voor Pa en Ma.

Maandag moest ik vroeg op. Er moesten nog gauw even wat boodschappen worden gedaan voordat Pa en Ma vertrokken. Ma wilde onder andere dat ik asprintjes kocht. Zij vindt Canadese asprines beter dan de Hollandse. Er moest dus een grote pot komen. Wat denk je; allemaal uitverkocht. Ik ben wel 4 winkels binnen geweest voordat ik het opgaf en een kleiner potje had gekocht.

Eenmaal thuis waren de spullen gepakt. Het was helaas echt zover dat ik ze terug moest rijden naar het vliegveld. De koffers werden in de Mazda geladen en na het afscheid heb ik de Mazda de sporen gegeven. De rit ging sneller dan toen ik ze moest halen. Het weer was hetzelfde als toen ik ze ophaalde; een en al zon. Toch was de sfeer wel even anders. Het afscheid was kort maar krachtig. Pa wilde dat ik wegreed, maar ik moest even mijn MP3 speler weer op standje Niels zetten. Al zwaaiend verdwenen ze tussen alle andere mensen op het vliegveld.

Dat was de vakantie voor hun. Mijn vakantie zat er nog niet helemaal op. Ik moest de Mazda nog terug brengen. Het was iets na tweeen en de auto moest om half 5 terug zijn. Van het vliegveld naar Abbotsford is net geen uur rijden. Kortom ik had nog even tijd om de Mazda uit te laten . Ik weet nog wel een paar leuke weggetjes in de buurt. De versnelling in de manuele stand en gaan. Tenminste dat dacht ik. Helaas was het te druk om de Mazda echt uit te laten.

Het werd toen tijd om de auto terug te brengen. De verhuurmedewerker dacht nog even moeilijk te doen, met een vermeende deuk, maar achteraf bleek alles in orde. Toen de auto eenmaal terug was, had ik toch wel het gevoel dat vakantie echt voorbij was. Nadat Kate mij had opgepikt, was het weer tijd voor de was (maandag wasdag weet je wel). Ja dan ben je weer even terug in de realiteit.

Dinsdag was ik ook vrij. Ik heb die dag niets anders gedaan dan uitslapen. Daarbij was ik begonnen aan de weblog van vorige week. Bovendien was het hier Canadadag. Daar heb ik dus weinig van meegekregen, behalve die avond dan. Echter mijn vingers beginnen zeer te doen van het tikken. Bovendien hebben jullie al genoeg te lezen gehad. Dus de dinsdagvond bewaar ik voor de volgende blog.

Dit brengt mij tot de conclusie. Ik heb in principe alles laten zien aan Pa en Ma wat ik wilde laten zien in die twee korte weken die ze hier hadden. Soms zelfs iets meer dan waar ik op gehoopt had. Kortom ik heb twee super weken achter de rug gehad en ik denk dat zij dat ook zo hebben ervaren.

Tot de volgende blog

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active